Home ->Dictionaries ->French/Dutch ->Search: fleur

French and Dutch Search Results for: fleur

Summary

French to Dutch: more detail...

fleur:
- bloem; voorplantingsorgaan van plant; dauw; bloeiperiode; gouden eeuw; bloeiseizoen; bloeitijd
Wiktionary:
- fleur → bloem
- fleur → bloesem, crème de la crème, bloem

Dutch to French: more detail...

fleur:
- charme gai

French

Detailed Translations for fleur from French to Dutch

fleur:

fleur [la ~] nomen

la fleur
de bloem; voorplantingsorgaan van plant
- bloem [de ~] nomen
- voorplantingsorgaan van plant [znw.] nomen
la fleur (rosée)
de dauw
- dauw [de ~ (m)] nomen
la fleur (siècle d'or; époque de gloire; période de gloire; essor; heure de gloire)
de bloeiperiode; gouden eeuw; het bloeiseizoen; de bloeitijd
- bloeiperiode [de ~ (v)] nomen
- gouden eeuw [znw.] nomen
- bloeiseizoen [het ~] nomen
- bloeitijd [de ~ (m)] nomen

Translation Matrix for fleur:

Synonyms for "fleur":

fleurette; fleuron; bouton; bouquet

Wiktionary Translations for fleur:

fleur

noun

Organe reproductif
- fleur → bloem

Cross Translation:

From	To	Via
• fleur	→ bloesem	↔ blossom — flowers on trees
• fleur	→ crème de la crème	↔ cream — the best part
• fleur	→ bloem	↔ flower — reproductive structure in angiosperms

fleuré:

Synonyms for "fleuré":

parfumé; aromatisé; exhalé; embaumé; répandu

External Machine Translations:

Related Translations for fleur

Dutch

Detailed Translations for fleur from Dutch to French

fleur:

fleur [de ~] nomen

de fleur (frisse bekoorlijkheid)
la charme gai
- charme gai [la ~] nomen

Translation Matrix for fleur:

Noun	Related Translations	Other Translations
charme gai	fleur; frisse bekoorlijkheid

Related Words for "fleur":

fleuren

External Machine Translations: