Summary
French to Dutch: more detail...
-
il était temps:
-
Wiktionary:
il était temps → het werd tijd, dat werd tijd, eindelijk
-
Wiktionary:
French
Detailed Translations for il était temps from French to Dutch
il était temps: (*Using Word and Sentence Splitter)
- il: hij
- être: verkeren; ergens verkeren; persoon; mens; wezen; individu; sterveling; schepsel; creatuur; zijn
- temps: tijd; weer; klimaat; weersomstandigheden; weersgesteldheid; periode; tijdperk; tijdvak; tijdsverloop; era; epoch; tijdsgewricht; epoche; tussentijd; interim; tussenpoos; fase; stadium; poosje; ontwikkelingsstadium
- à temps: op tijd; tijdig; stipt; bijtijds
Wiktionary Translations for il était temps:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• il était temps | → het werd tijd; dat werd tijd; eindelijk | ↔ it's about time — expression of impatience |
External Machine Translations: