French
Detailed Translations for surgelé from French to Dutch
surgelé: (*Using Word and Sentence Splitter)
- sur: aan; bij; erbij; erop; te; via; ter; zuur; wrang; zuur smakend; zurig; rins
- gel: bevriezing; afvriezen; diepvriezen; invriezing
- gelé: bevroren; ijzig; steenkoud; bitterkoud; geglaceerd; geglansd; ijskoud; geglazuurd; stervenskoud
- sûr: zeker; ongetwijfeld; vast en zeker; geheid; veilig; heus; waarachtig; waarlijk; gewis; welzeker; voorzeker; vast; reëel; feitelijk; stellig; bekend; vertrouwd; absoluut; onvoorwaardelijk; vaststaand; volstrekt; pertinent; ten enenmale; krachtig; beslist; doortastend; mondig; kordaat; ferm; krachtdadig; voor zichzelf opkomend