Summary
French to Dutch:   more detail...
  1. dépouiller de:


French

Detailed Translations for dépouiller de from French to Dutch

dépouiller de:

dépouiller de verb

  1. dépouiller de (se débarrasser de; dégarnir; défaire de)
    ontdoen; zich van iets ontdoen
  2. dépouiller de (tirer profit de; exploiter; pressurer; priver de)
    uitbuiten; beroven; ontdoen
    • uitbuiten verb (buit uit, buitte uit, buitten uit, uitgebuit)
    • beroven verb (beroof, berooft, beroofde, beroofden, beroven)
    • ontdoen verb (ontdoe, ontdoet, ontdeed, ontdeden, ontdaan)

Translation Matrix for dépouiller de:

NounRelated TranslationsOther Translations
ontdoen fait de se débarrasser de; fait de se défaire de
VerbRelated TranslationsOther Translations
beroven dépouiller de; exploiter; pressurer; priver de; tirer profit de cambrioler; dépouiller; dérober; détrousser; dévaliser; enlever; piller; voler
ontdoen défaire de; dégarnir; dépouiller de; exploiter; pressurer; priver de; se débarrasser de; tirer profit de
uitbuiten dépouiller de; exploiter; pressurer; priver de; tirer profit de cultiver; employer; exploiter; faire travailler; faire valoir; mettre en exploitation; mettre à profit; se servir de; user de; utiliser
zich van iets ontdoen défaire de; dégarnir; dépouiller de; se débarrasser de

Related Translations for dépouiller de