Interglot - "flexibilité" translated from French to Dutch

French

Detailed Translations for flexibilité from French to Dutch

la flexibilité (souplesse)
de flexibiliteit; de soepelheid; de buigzaamheid
- flexibiliteit [de ~ (v)] nomen
- soepelheid [de ~ (v)] nomen
- buigzaamheid [de ~ (v)] nomen
la flexibilité (souplesse)
de lenigheid; de soepelheid; de souplesse
- lenigheid [de ~ (v)] nomen
- soepelheid [de ~ (v)] nomen
- souplesse [de ~ (v)] nomen
la flexibilité (souplesse)
buigbaarheid
- buigbaarheid [znw.] nomen
la flexibilité (faculté d'adaptation)
het aanpassingsvermogen; het accommodatievermogen
- aanpassingsvermogen [het ~] nomen
- accommodatievermogen [het ~] nomen

Noun	Related Translations	Other Translations
aanpassingsvermogen	faculté d'adaptation; flexibilité
accommodatievermogen	faculté d'adaptation; flexibilité
buigbaarheid	flexibilité; souplesse
buigzaamheid	flexibilité; souplesse
flexibiliteit	flexibilité; souplesse
lenigheid	flexibilité; souplesse
soepelheid	flexibilité; souplesse	indulgence
souplesse	flexibilité; souplesse

flexibilité

noun

qualité de ce qui est flexible, qui peut physiquement plier.
- flexibilité → lenigheid; buigzaamheid; flexibiliteit

Cross Translation:

From	To	Via
• flexibilité	→ souplesse; flexibiliteit	↔ Flexibilität — Technik: Eigenschaft von Körpern