Interglot - "instigation" translated from French to Dutch

Summary

French to Dutch: more detail...

instigation:
- aanzet; animering; prikkel; opwekking; instigeren; opwekken; uitlokking; aanstichting; instigatie; veroorzaking

French

Detailed Translations for instigation from French to Dutch

l'instigation (incitation; exhortation; stimulant; stimulation; stimulus)
de aanzet; animering; de prikkel; de opwekking
- aanzet [de ~ (m)] nomen
- animering [znw.] nomen
- prikkel [de ~ (m)] nomen
- opwekking [de ~ (v)] nomen
l'instigation (excitation)
instigeren; opwekken
- instigeren [znw.] nomen
- opwekken [znw.] nomen
l'instigation (incitation; provocation)
de uitlokking; de aanstichting
- uitlokking [de ~ (v)] nomen
- aanstichting [de ~ (v)] nomen
l'instigation (incitation)
de instigatie
- instigatie [de ~ (v)] nomen
l'instigation (cause; provocation; incitation)
veroorzaking
- veroorzaking [znw.] nomen

Noun	Related Translations	Other Translations
aanstichting	incitation; instigation; provocation
aanzet	exhortation; incitation; instigation; stimulant; stimulation; stimulus	impulsion; initiative
animering	exhortation; incitation; instigation; stimulant; stimulation; stimulus	aiguillon; encouragement; impulsion; incitation; stimulant; stimulation; stimuli; stimulus
instigatie	incitation; instigation
instigeren	excitation; instigation
opwekken	excitation; instigation
opwekking	exhortation; incitation; instigation; stimulant; stimulation; stimulus	activation; aiguillon; allumage; encouragement; excitation; impulsion; incitation; mise en marche; propulsion; réconfort; soutien; stimulant; stimulation; stimuli; stimulus; support
prikkel	exhortation; incitation; instigation; stimulant; stimulation; stimulus	aiguillon; encouragement; force; force propulsive; impulsion; incitation; instinct; piquant; poussée; stimulant; stimulation; stimuli; stimulus
uitlokking	incitation; instigation; provocation	provocation
veroorzaking	cause; incitation; instigation; provocation
Verb	Related Translations	Other Translations
instigeren		activer; aiguillonner; aiguiser; animer; attiser; encourager; exciter; inciter; inciter à; provoquer; stimuler; éperonner; être l'instigateur de
opwekken		actionner; activer; aguillonner; aiguillonner; aiguiser; allumer; ameuter; animer; aviver; enflammer; exciter; inciter; mettre en marche; picoter; piquer; pousser; ranimer; raviver; stimuler; vitaliser; vivifier

External Machine Translations: