Interglot - "jeu" translated from French to Dutch

Summary

French to Dutch: more detail...

jeu:
- spel; spelletje; beurt; rondje; wedstrijdje; partijtje; potje; speling; marge; speelruimte; wedstrijd; partij; concours; strijd; pot; speelwijze; game; stapel
Wiktionary:
- jeu → spel
- jeu → speling, spelleke, spel, wedstrijd, set

French

Detailed Translations for jeu from French to Dutch

le jeu (partie; match)
het spel
- spel [het ~] nomen
le jeu (tour; partie)
het spelletje; de beurt; het rondje
- spelletje [het ~] nomen
- beurt [de ~] nomen
- rondje [het ~] nomen
le jeu (match; partie)
het wedstrijdje; het partijtje; het potje
- wedstrijdje [het ~] nomen
- partijtje [het ~] nomen
- potje [het ~] nomen
le jeu (marge)
de speling; de marge; de speelruimte
- speling [de ~ (v)] nomen
- marge [de ~] nomen
- speelruimte [de ~ (v)] nomen
le jeu (match; compétition; concours; course; rencontre)
de wedstrijd; de partij; de concours; de strijd; de pot
- wedstrijd [de ~ (m)] nomen
- partij [de ~ (v)] nomen
- concours [de ~ (m)] nomen
- strijd [de ~ (m)] nomen
- pot [de ~ (m)] nomen
le jeu (style de jeu)
de speelwijze
- speelwijze [de ~] nomen
le jeu (jeu vidéo)
het spel; de game
- spel [het ~] nomen
- game [de ~ (m)] nomen
le jeu
de stapel
- stapel [de ~ (m)] nomen

Noun	Related Translations	Other Translations
beurt	jeu; partie; tour
concours	compétition; concours; course; jeu; match; rencontre
game	jeu; jeu vidéo
marge	jeu; marge	durée; laps de temps; marge; marge bénéficiaire; marge de bénéfice; marge de page
partij	compétition; concours; course; jeu; match; rencontre	cercle; faction; fête; gang; groupe; lot; match de football; parti politique; partie; quantité; soirée; sphère; équipe
partijtje	jeu; match; partie	fête; partie; soirée
pot	compétition; concours; course; jeu; match; rencontre	baril; bassine; braisière; casserole à manche; cuve; cuvette; daubière; enjeu; fût; gouine; lesbienne; marmite; mise; pot; seau; tonne; tonneau
potje	jeu; match; partie
rondje	jeu; partie; tour	cercle; fait de faire sa ronde; petit anneau; ronde; tour; tournée
speelruimte	jeu; marge	chambre d'enfants
speelwijze	jeu; style de jeu
spel	jeu; jeu vidéo; match; partie	jeux
speling	jeu; marge
spelletje	jeu; partie; tour
stapel	jeu	accumulation; amoncellement; assemblage; cumul; entassement; masse; monceau; montagne; pile; quantité; ramas; rassemblement; tas
strijd	compétition; concours; course; jeu; match; rencontre	bataille; combat; conflit; discorde; dispute; démêlé; guerre; heurt; litige; lutte; polémique; querelle
wedstrijd	compétition; concours; course; jeu; match; rencontre
wedstrijdje	jeu; match; partie
Not Specified	Related Translations	Other Translations
partij		lot

jeu

noun

jeu

noun

een bezigheid ter ontspanning volgens vaste regels met elementen als competitie, behendigheid, inzicht en kans
- spel → jeu

Cross Translation:

From	To	Via
• jeu	→ speling	↔ backlash — mechanical: distance of free movement between connected parts
• jeu	→ spelleke; spel	↔ game — translations to be checked
• jeu	→ wedstrijd	↔ game — contest between two individuals or teams
• jeu	→ spel	↔ game — to defeat the rules in order to obtain a result
• jeu	→ set	↔ kit — equipment
• jeu	→ spel	↔ play — playful activity
• jeu	→ set	↔ set — collection of various objects for a particular purpose, such as a set of tools
• jeu	→ spel	↔ Spiel — Tätigkeit ohne Zweck und aus Freude, Spaß an ihr selbst, unterhaltende Beschäftigung, Kurzweil, im Unterschied zur Arbeit, Freizeitbeschäftigung

External Machine Translations: