Interglot - "journal" translated from French to Dutch

Summary

French to Dutch: more detail...

journal:
- krant; dagblad; courant; dagboek; journaal; agenda; zakagenda; nieuwsbericht; nieuws; nieuwsjournaal; nieuwsblad; logboek
Wiktionary:
- journal → dagboek, logboek, scheepsjournaal, dagblad, blad, krant, courant, nieuwsblad
- journal → dagblad, nieuwsblad, krant

French

Detailed Translations for journal from French to Dutch

le journal (quotidien)
de krant; het dagblad; de courant
- krant [de ~] nomen
- dagblad [het ~] nomen
- courant [de ~] nomen
le journal (livre de bord)
het dagboek; het journaal
- dagboek [het ~] nomen
- journaal [het ~] nomen
le journal (agenda de poche; agenda; carnet)
de agenda; de zakagenda
- agenda [de ~] nomen
- zakagenda [de ~] nomen
le journal (actualité; nouvelle; infos; bulletin d'informations)
het nieuwsbericht; het nieuws
- nieuwsbericht [het ~] nomen
- nieuws [het ~] nomen
le journal
het journaal; het nieuwsjournaal
- journaal [het ~] nomen
- nieuwsjournaal [het ~] nomen
le journal
de nieuwsblad
- nieuwsblad [de ~] nomen
le journal
de krant
- krant [de ~] nomen
le journal
het logboek
- logboek [het ~] nomen

Noun	Related Translations	Other Translations
agenda	agenda; agenda de poche; carnet; journal	agenda; calendrier; ordre du jour; programme de calendrier
courant	journal; quotidien
dagblad	journal; quotidien
dagboek	feuille; journal; livre de bord
journaal	feuille; journal; livre de bord	actualité; annonce; avis; nouvelle
krant	journal; quotidien
logboek	journal	enregistrement; livre de bord; livre de loche
nieuws	actualité; bulletin d'informations; infos; journal; nouvelle	actualité; annonce; avis; infos; journal télévisé; nouvelle
nieuwsbericht	actualité; bulletin d'informations; infos; journal; nouvelle
nieuwsblad	journal
nieuwsjournaal	journal
zakagenda	agenda; agenda de poche; carnet; journal	agenda de poche
Adjective	Related Translations	Other Translations
courant		ayant cours; banal; commun; courant; d'usage; de mise; dernier cri; généralement admis; habituel; mondain; normal; négociable; usuel; vendable; à la mode

journal

noun

journal

noun

klassiek massamedium, gedrukt op papier en gericht op het verspreiden van nieuws
- dagblad → journal

Cross Translation:

From	To	Via
• journal	→ dagblad; nieuwsblad; krant	↔ newspaper — publication
• journal	→ dagblad; krant	↔ Zeitung — gedrucktes, in kurzen und regelmäßigen Abständen herausgegebenes Nachrichtenmedium; veröffentlicht vor allem aktuelle Nachrichten