Interglot - "laps de temps" translated from French to Dutch

Summary

French to Dutch: more detail...

laps de temps:
- termijn; tijdsduur; periode; tijdsbestek; duur; tijdspanne; lengte; poos; spanne tijds; tijdruimte; tijdsruimte; poosje; tijdsbestekken; marge; afdrukmarge

French

Detailed Translations for laps de temps from French to Dutch

le laps de temps (période; délai; temps d'écoulement)
de termijn; de tijdsduur; de periode; het tijdsbestek
- termijn [de ~ (m)] nomen
- tijdsduur [de ~ (m)] nomen
- periode [de ~ (v)] nomen
- tijdsbestek [het ~] nomen
le laps de temps (durée; longueur; marge; continuation)
de tijdsduur; de duur; de tijdspanne; de lengte
- tijdsduur [de ~ (m)] nomen
- duur [de ~ (m)] nomen
- tijdspanne [de ~] nomen
- lengte [de ~ (v)] nomen
le laps de temps
de poos
- poos [de ~] nomen
le laps de temps
spanne tijds
- spanne tijds [znw.] nomen
le laps de temps (espace de temps)
de tijdruimte
- tijdruimte [de ~ (v)] nomen
le laps de temps (espace de temps)
de tijdsruimte
- tijdsruimte [de ~ (v)] nomen
le laps de temps (petit moment; passage du temps; période; espace de temps; époque; temps; terme; durée; moment; intervalle)
het poosje
- poosje [het ~] nomen
le laps de temps (délais)
tijdsbestekken
- tijdsbestekken [znw.] nomen
le laps de temps (durée; marge)
de marge; afdrukmarge
- marge [de ~] nomen
- afdrukmarge [znw.] nomen

Noun	Related Translations	Other Translations
afdrukmarge	durée; laps de temps; marge
duur	continuation; durée; laps de temps; longueur; marge	durée
lengte	continuation; durée; laps de temps; longueur; marge	durée; longitude; longue durée; longueur; prolongation
marge	durée; laps de temps; marge	jeu; marge; marge bénéficiaire; marge de bénéfice; marge de page
periode	délai; laps de temps; période; temps d'écoulement	an; cycle; période; saison; temps; ère; époque
poos	laps de temps
poosje	durée; espace de temps; intervalle; laps de temps; moment; passage du temps; petit moment; période; temps; terme; époque
spanne tijds	laps de temps
termijn	délai; laps de temps; période; temps d'écoulement	date de clôture; date de fermeture; délai; fermeture; terme
tijdruimte	espace de temps; laps de temps
tijdsbestek	délai; laps de temps; période; temps d'écoulement
tijdsbestekken	délais; laps de temps
tijdsduur	continuation; durée; délai; laps de temps; longueur; marge; période; temps d'écoulement	durée
tijdspanne	continuation; durée; laps de temps; longueur; marge
tijdsruimte	espace de temps; laps de temps
Adjective	Related Translations	Other Translations
duur		cher; chère; coûteuse; coûteux; d'un prix élevé; précieuse; précieux