Interglot - "marchandage" translated from French to Dutch

Summary

French to Dutch: more detail...

marchandage:
- ruil; inruil; omruil; uitwisseling; omwisseling; omruiling; ruiltransactie; ruiling; afdingen; handjeklap; gesjacher; afpingelarij; geritsel; knibbelarij; koppelbaasonderneming

French

Detailed Translations for marchandage from French to Dutch

le marchandage (échange)
de ruil; de inruil
- ruil [de ~ (m)] nomen
- inruil [de ~ (m)] nomen
le marchandage (échange; changement; troc; conversion; commerce d'échange)
de omruil; de uitwisseling; de ruil; de omwisseling; omruiling; ruiltransactie; de ruiling
- omruil [de ~ (m)] nomen
- uitwisseling [de ~ (v)] nomen
- ruil [de ~ (m)] nomen
- omwisseling [de ~ (v)] nomen
- omruiling [znw.] nomen
- ruiltransactie [znw.] nomen
- ruiling [de ~ (v)] nomen
le marchandage (tripotage; manigances; traficotage)
afdingen; het handjeklap; gesjacher; afpingelarij; het geritsel
- afdingen [znw.] nomen
- handjeklap [het ~] nomen
- gesjacher [znw.] nomen
- afpingelarij [znw.] nomen
- geritsel [het ~] nomen
le marchandage
de knibbelarij; afpingelarij
- knibbelarij [de ~ (v)] nomen
- afpingelarij [znw.] nomen
le marchandage (maquillage)
koppelbaasonderneming
- koppelbaasonderneming [znw.] nomen

Noun	Related Translations	Other Translations
afdingen	manigances; marchandage; traficotage; tripotage
afpingelarij	manigances; marchandage; traficotage; tripotage
geritsel	manigances; marchandage; traficotage; tripotage	bruissement; crissement; froissement; froufrou; frémissement
gesjacher	manigances; marchandage; traficotage; tripotage
handjeklap	manigances; marchandage; traficotage; tripotage	main chaude
inruil	marchandage; échange
knibbelarij	marchandage
koppelbaasonderneming	maquillage; marchandage
omruil	changement; commerce d'échange; conversion; marchandage; troc; échange	changement; conversion; permutation; substitution; échange
omruiling	changement; commerce d'échange; conversion; marchandage; troc; échange
omwisseling	changement; commerce d'échange; conversion; marchandage; troc; échange	changement; conversion; permutation; remission; remplacement; substitution; troc; échange
ruil	changement; commerce d'échange; conversion; marchandage; troc; échange	troc
ruiling	changement; commerce d'échange; conversion; marchandage; troc; échange
ruiltransactie	changement; commerce d'échange; conversion; marchandage; troc; échange
uitwisseling	changement; commerce d'échange; conversion; marchandage; troc; échange
Verb	Related Translations	Other Translations
afdingen		marchander; négocier; rabattre; servir de médiateur dans

External Machine Translations:

Remove Ads