Home ->Dictionaries ->French/Dutch ->Translate nervosité

Translate nervosité from French to Dutch

Summary

French to Dutch: more detail...

nervosité:
- nervositeit; zenuwachtigheid; schrikachtigheid

French

Detailed Translations for nervosité from French to Dutch

nervosité:

nervosité [la ~] nomen

la nervosité (énervement)
de nervositeit; de zenuwachtigheid
- nervositeit [de ~ (v)] nomen
- zenuwachtigheid [de ~ (v)] nomen
la nervosité
de zenuwachtigheid
- zenuwachtigheid [de ~ (v)] nomen
la nervosité (naturel peureux; énervement)
schrikachtigheid
- schrikachtigheid [znw.] nomen

Translation Matrix for nervosité:

Noun	Related Translations	Other Translations
nervositeit	nervosité; énervement
schrikachtigheid	naturel peureux; nervosité; énervement
zenuwachtigheid	nervosité; énervement

Synonyms for "nervosité":

fébrilité; précipitation; agitation; énervement; empressement; impatience; agacement; hâte; exaspération; irritation; fièvre; avidité; désir; irritabilité; colère; excitation; éréthisme