Interglot - "piqûre" translated from French to Dutch

Summary

French to Dutch: more detail...

piqûre:
- inspuiting; injectie; prik; spuitje; stiksel; injectiespuitje; spuit; injectiespuit; injectienaald; steek; messteek; hechting van een wond; hechting; pijn in de zij
Wiktionary:
- piqûre → stiksteek, steekwond
- piqûre → beet

French

Detailed Translations for piqûre from French to Dutch

la piqûre (injection)
de inspuiting; de injectie; de prik; het spuitje
- inspuiting [de ~ (v)] nomen
- injectie [de ~ (v)] nomen
- prik [de ~ (m)] nomen
- spuitje [het ~] nomen
la piqûre (surpiqûre)
het stiksel
- stiksel [het ~] nomen
la piqûre (seringue; seringue injectrice)
het injectiespuitje; de spuit; de injectiespuit
- injectiespuitje [het ~] nomen
- spuit [de ~] nomen
- injectiespuit [de ~] nomen
la piqûre (seringue)
de injectienaald; de spuit
- injectienaald [de ~] nomen
- spuit [de ~] nomen
la piqûre (coup de couteau; coup)
de steek; de messteek
- steek [de ~ (m)] nomen
- messteek [de ~ (m)] nomen
la piqûre (suture)
hechting van een wond; de hechting
- hechting van een wond [znw.] nomen
- hechting [de ~ (v)] nomen
la piqûre (morsure)
de steek; pijn in de zij
- steek [de ~ (m)] nomen
- pijn in de zij [znw.] nomen

Noun	Related Translations	Other Translations
hechting	piqûre; suture	attachement
hechting van een wond	piqûre; suture
injectie	injection; piqûre
injectienaald	piqûre; seringue
injectiespuit	piqûre; seringue; seringue injectrice
injectiespuitje	piqûre; seringue; seringue injectrice
inspuiting	injection; piqûre
messteek	coup; coup de couteau; piqûre
pijn in de zij	morsure; piqûre
prik	injection; piqûre
spuit	piqûre; seringue; seringue injectrice
spuitje	injection; piqûre
steek	coup; coup de couteau; morsure; piqûre
stiksel	piqûre; surpiqûre

piqûre

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• piqûre	→ beet	↔ bite — swelling of one's skin caused by an insect's mouthparts or sting