Interglot - "s'établir" translated from French to Dutch

Summary

French to Dutch: more detail...

s'établir:
- aarden; gronden; baseren; funderen; grondvesten; zich vestigen; zich nestelen; neerstrijken; plaatsnemen
Wiktionary:
- s'établir → vestigen

French

Detailed Translations for s'établir from French to Dutch

s'établir (fonder; établir; baser)
aarden; gronden
- aarden verb (aard, aardt, aardde, aardden, geaard)
- gronden verb (grond, grondt, grondde, grondden, gegrond)
s'établir (baser; fonder; établir; appuyer; asseoir)
baseren; funderen
- baseren verb (baseer, baseert, baseerde, baseerden, gebaseerd)
- funderen verb (fundeer, fundeert, fundeerde, fundeerden, gefundeerd)
s'établir (baser; fonder; établir; instaurer; élever; dresser; ériger; édifier)
grondvesten; funderen; gronden
- grondvesten verb (grondvest, grondvestte, grondvestten, gegrondvest)
- funderen verb (fundeer, fundeert, fundeerde, fundeerden, gefundeerd)
- gronden verb (grond, grondt, grondde, grondden, gegrond)
s'établir (se fixer)
zich vestigen; zich nestelen; neerstrijken; plaatsnemen
- zich vestigen verb
- zich nestelen verb
- neerstrijken verb
- plaatsnemen verb (neem plaats, neemt plaats, nam plaats, namen plaats, plaatsgenomen)

Verb	Related Translations	Other Translations
aarden	baser; fonder; s'établir; établir	mettre à la terre; s'habituer à; se faire à; se familiariser
baseren	appuyer; asseoir; baser; fonder; s'établir; établir
funderen	appuyer; asseoir; baser; dresser; fonder; instaurer; s'établir; édifier; élever; ériger; établir	faire une substruction de pilotis
gronden	baser; dresser; fonder; instaurer; s'établir; édifier; élever; ériger; établir	abreuver
grondvesten	baser; dresser; fonder; instaurer; s'établir; édifier; élever; ériger; établir
neerstrijken	s'établir; se fixer
plaatsnemen	s'établir; se fixer	prendre place; s'asseoir; se placer
zich nestelen	s'établir; se fixer
zich vestigen	s'établir; se fixer

s'établir

verb