Home ->Dictionaries ->French/Dutch ->Translate substance

Translate substance from French to Dutch

Summary

French to Dutch: more detail...

substance:
- materie; stof; materiaal; spul; goedje; substantie; kern van de zaak
Wiktionary:
- substance → goedje, substantie, zelfstandigheid, spul, stof
- substance → substantie

French

Detailed Translations for substance from French to Dutch

substance:

substance [la ~] nomen

la substance (matière)
de materie; de stof
- materie [de ~ (v)] nomen
- stof [de ~] nomen
la substance (truc; chose)
het materiaal; het spul; het goedje
- materiaal [het ~] nomen
- spul [het ~] nomen
- goedje [het ~] nomen
la substance
de substantie
- substantie [de ~ (v)] nomen
la substance (le coeur du problème)
kern van de zaak
- kern van de zaak [znw.] nomen

Translation Matrix for substance:

Noun	Related Translations	Other Translations
goedje	chose; substance; truc	affaires; biens; choses; trucs
kern van de zaak	le coeur du problème; substance
materiaal	chose; substance; truc	matière de base; matière première; matériel; outillage
materie	matière; substance
spul	chose; substance; truc
stof	matière; substance	poussière
substantie	substance

Synonyms for "substance":

élément; principe; milieu; matière; question; matériau; moelle; essence; quintessence; corps; fond; objet; sujet; contenu; substrat; support; suc; jus; sève

Wiktionary Translations for substance:

substance

noun

philosophie|fr Ce qui subsister par soi-même, indépendamment de tout accident.
- substance → goedje; substantie; zelfstandigheid; spul; stof

substance

noun

stof (stoffen)
- substantie → substance

Cross Translation:

From	To	Via
• substance	→ substantie	↔ Substanz — Stoff in fester FormWikipedia\|Substanz
• substance	→ substantie	↔ substance — matter

Related Translations for substance