Summary
Dutch to German: more detail...
- nijverheid:
- nijver:
-
Wiktionary:
- nijverheid → Industrie
- nijver → beflissen, emsig, fleißig, geflissentlich, strebsam, arbeitsam, geschäftig
Dutch
Detailed Translations for nijverheid from Dutch to German
nijverheid:
-
de nijverheid (vlijt; ijverigheid; werklust; werkzaamheid; ijver; noestigheid; naarstigheid; vlijtigheid)
Translation Matrix for nijverheid:
Related Words for "nijverheid":
Wiktionary Translations for nijverheid:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• nijverheid | → Industrie | ↔ industry — businesses that produce goods |
nijver:
Translation Matrix for nijver:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
arbeitsam | actief; bedrijvig; bezig; nijver | arbeidzaam; naarstig; noest; verwoed |
betriebsam | actief; bedrijvig; bezig; nijver | voortvarend |
emsig | actief; bedrijvig; bezig; nijver | actief; bedreven; bedrijvig; bezet; bezig; druk; drukbezet; drukpratend; geanimeerd; ijverig; naarstig; noest; onvermoeibaar; verwoed; vlijtig |
fleißig | actief; bedrijvig; bezig; nijver | actief; arbeidend; arbeidzaam; bedrijvig; bezet; bezig; druk; drukbezet; hardwerkend; ijverig; naarstig; noest; verwoed; vlijtig; werkend; werkzaam |