Dutch
Detailed Translations for vertimmeren from Dutch to German
vertimmeren:
-
vertimmeren (verbouwen)
Conjugations for vertimmeren:
o.t.t.
- vertimmer
- vertimmert
- vertimmert
- vertimmeren
- vertimmeren
- vertimmeren
o.v.t.
- vertimmerde
- vertimmerde
- vertimmerde
- vertimmerden
- vertimmerden
- vertimmerden
v.t.t.
- heb vertimmerd
- hebt vertimmerd
- heeft vertimmerd
- hebben vertimmerd
- hebben vertimmerd
- hebben vertimmerd
v.v.t.
- had vertimmerd
- had vertimmerd
- had vertimmerd
- hadden vertimmerd
- hadden vertimmerd
- hadden vertimmerd
o.t.t.t.
- zal vertimmeren
- zult vertimmeren
- zal vertimmeren
- zullen vertimmeren
- zullen vertimmeren
- zullen vertimmeren
o.v.t.t.
- zou vertimmeren
- zou vertimmeren
- zou vertimmeren
- zouden vertimmeren
- zouden vertimmeren
- zouden vertimmeren
diversen
- vertimmer!
- vertimmert!
- vertimmerd
- vertimmerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for vertimmeren:
Verb | Related Translations | Other Translations |
umbauen | verbouwen; vertimmeren | aankweken; aanplanten; fokken; genereren; kweken; ombouwen; opkweken; planten; procreëren; telen; verbouwen; voortbrengen |
verbauen | verbouwen; vertimmeren |