Dutch

Detailed Translations for bekrompenheid from Dutch to German

bekrompenheid:


bekrompen:


Translation Matrix for bekrompen:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
beschränkt bekrompen; benepen; kleinburgerlijk; kleingeestig; kleinzielig aan een kant beschrijfbaar; begrensd; beperkt; bourgeois; burgerlijk; burgermannetjesachtig; eenzijdig; geborneerd; gelimiteerd; geringer gemaakt; ingekrompen; ingeslonken; kneuterig; verminderd
borniert bekrompen; benepen; kleingeestig; kleinzielig
bürgerlich bekrompen; benepen; kleinburgerlijk; kleingeestig; kleinzielig civiel
eng bekrompen; benepen; kleingeestig; kleinzielig armzalig; berooid; dichtbij; eng; in de buurt; karig; krap; mager; met grote juistheid; met weinig ruimte; nabij; nabijgelegen; nauw; nauwgezet; pover; schamel; schraal; smal; smalletjes; van geringe breedte; vlakbij
engstirnig bekrompen; benepen; kleinburgerlijk; kleingeestig; kleinzielig
geizig bekrompen; benepen; kleingeestig; kleinzielig betrekking hebbend op economie; economisch; gierig; inhalig; krenterig; schraperig; vrekkig
genau bekrompen; benepen; kleingeestig; kleinzielig accuraat; betrekking hebbend op economie; conscientieus; correct; desgelijks; dito; economisch; evenzo; exact; gedetailleerd; goed; juist; kloppend; krek; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; net; onvermurwbaar; ook; op dezelfde wijze; precies; precies zo; punctueel; ragfijn; secuur; stipt; streng; strikt; stringent; uitgerekend; waar; zorgvuldig
gering bekrompen; benepen; kleingeestig; kleinzielig amper; armelijk; armoedig; armzalig; berooid; bijna geen; gemeen; gering; haast geen; in geringe mate; karig; klein; krap; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; licht; lichtwegend; luttel; mager; marginaal; miniem; minimaal; minste; nauwelijks; niet hoog; niet overvloedig; onedel; pover; schamel; schraal; ternauwernood; weinig
gewerblich bekrompen; benepen; kleingeestig; kleinzielig betrekking hebbend op economie; commercieel; economisch; industrieel; op winst gericht
klein bekrompen; benepen; kleingeestig; kleinzielig armzalig; gering; hokkerig; karig; klein; luttel; mager; miniem; minimaal; minste; ondermaats; petieterig; pover; schamel; schraal; van geringe afmeting; weinig
kleinbürgerlich bekrompen; benepen; kleinburgerlijk; kleingeestig; kleinzielig bourgeois; burgerlijk; burgermannetjesachtig; kleinburgerlijk; kleinhartig; kleinsteeds; kneuterig
kleinkariert bekrompen; benepen; kleinburgerlijk; kleingeestig; kleinzielig kleinburgerlijk; kleinhartig; kneuterig; knijperig
kleinlich bekrompen; benepen; kleinburgerlijk; kleingeestig; kleinzielig gemeen; geringer gemaakt; ingekrompen; ingeslonken; keutelachtig; knijperig; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; onedel; verminderd
kleinmütig bekrompen; benepen; kleinburgerlijk; kleingeestig; kleinzielig
knapp bekrompen; benepen; kleingeestig; kleinzielig armzalig; berooid; bondig; dichtbij; droog; eng; in de buurt; karig; klein; krap; krap bij kas; mager; met weinig ruimte; nabij; nabijgelegen; nauw; nauwsluitend; niet overvloedig; ondermaats; pover; ragfijn; schamel; schraal; schriel; smal; smalletjes; strak; summier; van geringe afmeting; van geringe breedte; vlakbij
knickrig bekrompen; benepen; kleingeestig; kleinzielig gierig; inhalig; knijperig; krenterig; schraperig; vrekkig
kurzsichtig bekrompen; beperkt van geest beperkt van blik; bijziend; bijziende; kippig; kortzichtig; ongenuanceerd
spießbürgerlich bekrompen; kleinburgerlijk kleinburgerlijk; kleinhartig; kneuterig
spießig bekrompen; kleinburgerlijk knijperig

Related Words for "bekrompen":


Synonyms for "bekrompen":


Related Definitions for "bekrompen":

  1. zonder begrip voor anderen1
    • hij mag niks, zijn ouders zijn zo bekrompen!1
  2. nauw, met weinig ruimte1
    • ze wonen daar nogal bekrompen1

Wiktionary Translations for bekrompen:


Cross Translation:
FromToVia
bekrompen engstirnig narrow-minded — having restricted or rigid views, and being unreceptive to new ideas
bekrompen schmal étroit — Traductions à trier suivant le sens