Home ->Dictionaries ->Dutch/German ->Translate big

Translate big from Dutch to German

Summary

Dutch to German: more detail...

big:
- Ferkel; Schweinchen; Schwein; Sau
Wiktionary:
- big → Ferkel, Frischling
- big → Ferkel

Dutch

Detailed Translations for big from Dutch to German

big:

big [de ~] nomen

de big (jong varken)
Ferkel; Schweinchen; Schwein; die Sau
- Ferkel [das ~] nomen
- Schweinchen [das ~] nomen
- Schwein [das ~] nomen
- Sau [die ~] nomen

Translation Matrix for big:

Noun	Related Translations	Other Translations
Ferkel	big; jong varken	biggen; biggetje; biggetjes; fielt; kleine big; mispunt; naarling; rotzak; schoft; schooier; sloeber; smeerlap; smiecht; stinkerd; varken; varkentje; varkentjes; vuilbek; zwijn
Sau	big; jong varken	smeerlap; varken; viezerik; vuilbek; zeug; zeugen; zwijn
Schwein	big; jong varken	bof; geluk; geluk hebbend; varken; varkens; vuilbek; wild varken; zwijn
Schweinchen	big; jong varken	biggen; biggetje; biggetjes; kleine big; varkentje; varkentjes

Related Words for "big":

biggen

Wiktionary Translations for big:

big

noun

een jong van het varken
- big → Ferkel; Frischling

big

noun

Jägersprache: Wildschwein, das höchstens ein Jahr alt ist
- Frischling → big
Junges des Hausschweins
- Ferkel → big

Cross Translation:

From	To	Via
• big	→ Ferkel	↔ cochonnet — Petit cochon
• big	→ Ferkel	↔ goret — éleva\|fr jeune cochon ; porcelet. note Il est parfois employé comme synonyme de cochon.

External Machine Translations:

Related Translations for big

kleine big