Dutch
Detailed Translations for duiden op from Dutch to German
duiden op:
-
duiden op (wijzen op)
Conjugations for duiden op:
o.t.t.
- duid op
- duidt op
- duidt op
- duiden op
- duiden op
- duiden op
o.v.t.
- duidde op
- duidde op
- duidde op
- duidden op
- duidden op
- duidden op
v.t.t.
- heb geduid op
- hebt geduid op
- heeft geduid op
- hebben geduid op
- hebben geduid op
- hebben geduid op
v.v.t.
- had geduid op
- had geduid op
- had geduid op
- hadden geduid op
- hadden geduid op
- hadden geduid op
o.t.t.t.
- zal duiden op
- zult duiden op
- zal duiden op
- zullen duiden op
- zullen duiden op
- zullen duiden op
o.v.t.t.
- zou duiden op
- zou duiden op
- zou duiden op
- zouden duiden op
- zouden duiden op
- zouden duiden op
en verder
- ben geduid op
- bent geduid op
- is geduid op
- zijn geduid op
- zijn geduid op
- zijn geduid op
diversen
- duid op!
- duidt op!
- geduid op
- duidend op
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for duiden op:
Verb | Related Translations | Other Translations |
bedeuten | duiden op; wijzen op | beduiden; betekenen; inhouden; neerkomen op |
darstellen | duiden op; wijzen op | acteren; afbeelden; afschilderen; beschrijven; doen alsof; doen lijken; dramatiseren; een rol vertolken; etaleren; figureren; komedie spelen; omschrijven; portretteren; schetsen; schilderen; spelen; tekenen; tentoonstellen; toneelspelen; tonen; uitbeelden; uitstallen; verbeelden; verpersonificeren; vertolken; zich aanstellen |