Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. hoorbaarheid:
  2. hoorbaar:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for hoorbaarheid from Dutch to German

hoorbaarheid:

hoorbaarheid [znw.] nomen

  1. hoorbaarheid
    die Hörbarkeit

Translation Matrix for hoorbaarheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
Hörbarkeit hoorbaarheid

Related Words for "hoorbaarheid":


hoorbaarheid form of hoorbaar:


Translation Matrix for hoorbaar:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
bemerkbar bemerkbaar; herkenbaar; hoorbaar; merkbaar; tastbaar; voelbaar; waarneembaar; zichtbaar
erkennbar bemerkbaar; herkenbaar; hoorbaar; merkbaar; tastbaar; voelbaar; waarneembaar; zichtbaar duidelijk; eenduidig; flagrant; kenbaar; ondubbelzinnig; op heterdaad; overduidelijk; te kennen; te zien; zichtbaar; zo klaar als een klontje; zonneklaar
wahrnehmbar bemerkbaar; herkenbaar; hoorbaar; merkbaar; tastbaar; voelbaar; waarneembaar; zichtbaar

Related Words for "hoorbaar":


Wiktionary Translations for hoorbaar:

hoorbaar
adjective
  1. akustisch wahrnehmbar

Cross Translation:
FromToVia
hoorbaar hörbar audible — able to be heard

External Machine Translations: