Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. jaar:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for jaar from Dutch to German

jaar:

jaar [het ~] nomen

  1. het jaar (tijdsperiode)
    Jahr
    • Jahr [das ~] nomen

Translation Matrix for jaar:

NounRelated TranslationsOther Translations
Jahr jaar; tijdsperiode
- schooljaar; wijnjaar

Related Words for "jaar":

  • jaren, jaars, jaartje, jaartjes

Related Definitions for "jaar":

  1. periode van 12 maanden, 52 weken, 365 dagen1
    • hij is drie jaar1

Wiktionary Translations for jaar:

jaar
noun
  1. de duur van een omloop van de aarde om de zon van circa 365 dagen.
jaar
noun
  1. erreichtes Lebensalter, Lebensjahr, durch Zusätze punktuell qualifiziertes Jahr
  2. periodischer wiederkehrender Zeitraum, etwa ein Umlauf der Erde um die Sonne, 12 Monate, 365 Tage

Cross Translation:
FromToVia
jaar Jahr year — time it takes for the Earth to complete one revolution of the Sun
jaar Jahr year — time it takes for any planetary body to make one revolution around another body
jaar Jahr antemps que met la Terre à accomplir une révolution autour du Soleil et qui se divise en douze mois. année.
jaar Jahr année — Année terrestre

Related Translations for jaar