Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. kankeraar:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for kankeraar from Dutch to German

kankeraar:

kankeraar [de ~ (m)] nomen

  1. de kankeraar (grompot; brombeer; knorrepot; mopperaar; brompot)
    der Brummbär; der Nörgler; der Stänker; der Griesgram; der Querulant; der Meckerer; der Murrkopf

Translation Matrix for kankeraar:

NounRelated TranslationsOther Translations
Brummbär brombeer; brompot; grompot; kankeraar; knorrepot; mopperaar
Griesgram brombeer; brompot; grompot; kankeraar; knorrepot; mopperaar droefenis; geitenbreier; kniesoor; moeilijkheid; narigheid; penarie; piekeraar; probleem; sjacherijn; tobber; treurnis; verdriet; zeikerd; zemel; zeur; zeurkous; zeurpiet
Meckerer brombeer; brompot; grompot; kankeraar; knorrepot; mopperaar geitenbreier; klooier; zeikerd; zemel; zeur; zeurkous; zeurpiet
Murrkopf brombeer; brompot; grompot; kankeraar; knorrepot; mopperaar
Nörgler brombeer; brompot; grompot; kankeraar; knorrepot; mopperaar geitenbreier; hannes; sijsjeslijmer; slak; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous; vitter; zeikerd; zemel; zeur; zeurkous; zeurpiet; zeurpieten
Querulant brombeer; brompot; grompot; kankeraar; knorrepot; mopperaar herrieschopper; querulant; ruzieschopper; ruziezoeker
Stänker brombeer; brompot; grompot; kankeraar; knorrepot; mopperaar onruststoker

Related Words for "kankeraar":

  • kankeraars

Wiktionary Translations for kankeraar:


Cross Translation:
FromToVia
kankeraar Spielverderber; Miesepeter curmudgeon — an ill-tempered stubborn person