Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. knutselarij:


Dutch

Detailed Translations for knutselarij from Dutch to German

knutselarij:

knutselarij [de ~ (v)] nomen

  1. de knutselarij (knutselen; knutselwerk; geknutsel)
    die Handarbeit; die Bastelei

Translation Matrix for knutselarij:

NounRelated TranslationsOther Translations
Bastelei geknutsel; knutselarij; knutselen; knutselwerk doe-het-zelf-werk; peuterwerk
Handarbeit geknutsel; knutselarij; knutselen; knutselwerk doe-het-zelf-werk; handarbeid; handenarbeid; handwerk; handwerkje; met de handen verricht werk

Related Words for "knutselarij":

  • knutselarijen