Dutch
Detailed Translations for laten opstijgen from Dutch to German
laten opstijgen:
-
laten opstijgen (oplaten)
Conjugations for laten opstijgen:
o.t.t.
- laat opstijgen
- laat opstijgen
- laat opstijgen
- laten opstijgen
- laten opstijgen
- laten opstijgen
o.v.t.
- liet opstijgen
- liet opstijgen
- liet opstijgen
- lieten opstijgen
- lieten opstijgen
- lieten opstijgen
v.t.t.
- heb laten opstijgen
- hebt laten opstijgen
- heeft laten opstijgen
- hebben laten opstijgen
- hebben laten opstijgen
- hebben laten opstijgen
v.v.t.
- had laten opstijgen
- had laten opstijgen
- had laten opstijgen
- hadden laten opstijgen
- hadden laten opstijgen
- hadden laten opstijgen
o.t.t.t.
- zal laten opstijgen
- zult laten opstijgen
- zal laten opstijgen
- zullen laten opstijgen
- zullen laten opstijgen
- zullen laten opstijgen
o.v.t.t.
- zou laten opstijgen
- zou laten opstijgen
- zou laten opstijgen
- zouden laten opstijgen
- zouden laten opstijgen
- zouden laten opstijgen
diversen
- laat opstijgen!
- laat opstijgen!
- laten opstijgen
- opstijgend latend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for laten opstijgen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
auflassen | laten opstijgen; oplaten | laten opblijven; laten openstaan |
steigenlassen | laten opstijgen; oplaten |