Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. maîtresse:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for maîtresse from Dutch to German

maîtresse:

maîtresse [de ~ (v)] nomen

  1. de maîtresse
    die Geliebte; die Mätresse

Translation Matrix for maîtresse:

NounRelated TranslationsOther Translations
Geliebte maîtresse aanbidder; beminde; duifje; geliefde; gezel; hartje; hartsvriendin; kameraadje; liefhebber; liefje; liefste; lieve; maatje; minnaar; minnaars; minnares; poepje; schat; schatje; schattebout; scheetje; snoes; vriendin; vrijer; vrijers
Mätresse maîtresse

Related Words for "maîtresse":

  • maîtresses

Wiktionary Translations for maîtresse:

maîtresse
noun
  1. een vrouw die een relatie heeft met een getrouwde man