Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. opvolgend:
  2. opvolgen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for opvolgend from Dutch to German

opvolgend:

opvolgend adj

  1. opvolgend

Translation Matrix for opvolgend:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
nachvolgend opvolgend

opvolgend form of opvolgen:

opvolgen verb (volg op, volgt op, volgde op, volgden op, opgevolgd)

  1. opvolgen (volgen; navolgen)
    folgen; nachfolgen; nachkommen
    • folgen verb (folge, folgst, folgt, folgte, folgtet, gefolgt)
    • nachfolgen verb (folge nach, folgst nach, folgt nach, folgte nach, folgtet nach, nachgefolgt)
    • nachkommen verb (komme nach, kommst nach, kommt nach, kam nach, kamt nach, nachgekommen)

Conjugations for opvolgen:

o.t.t.
  1. volg op
  2. volgt op
  3. volgt op
  4. volgen op
  5. volgen op
  6. volgen op
o.v.t.
  1. volgde op
  2. volgde op
  3. volgde op
  4. volgden op
  5. volgden op
  6. volgden op
v.t.t.
  1. heb opgevolgd
  2. hebt opgevolgd
  3. heeft opgevolgd
  4. hebben opgevolgd
  5. hebben opgevolgd
  6. hebben opgevolgd
v.v.t.
  1. had opgevolgd
  2. had opgevolgd
  3. had opgevolgd
  4. hadden opgevolgd
  5. hadden opgevolgd
  6. hadden opgevolgd
o.t.t.t.
  1. zal opvolgen
  2. zult opvolgen
  3. zal opvolgen
  4. zullen opvolgen
  5. zullen opvolgen
  6. zullen opvolgen
o.v.t.t.
  1. zou opvolgen
  2. zou opvolgen
  3. zou opvolgen
  4. zouden opvolgen
  5. zouden opvolgen
  6. zouden opvolgen
en verder
  1. ben opgevolgd
  2. bent opgevolgd
  3. is opgevolgd
  4. zijn opgevolgd
  5. zijn opgevolgd
  6. zijn opgevolgd
diversen
  1. volg op!
  2. volgt op!
  3. opgevolgd
  4. opvolgend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for opvolgen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
folgen navolgen; opvolgen; volgen achternazitten; achtervolgen; bewaarheid worden; blijken; gehoorzamen; gevolg geven aan; komen na; luisteren; navolgen; nazitten; resulteren; uitkomen; uitkomen bij; uitvloeien in; volgen
nachfolgen navolgen; opvolgen; volgen achternagaan; achternalopen; gehoorzamen; gevolg geven aan; komen na; later komen; luisteren; nalopen; navolgen; volgen
nachkommen navolgen; opvolgen; volgen achteraankomen; achternagaan; achternalopen; gehoorzamen; gevolg geven aan; later komen; luisteren; nakomen; nalopen; volgen

Wiktionary Translations for opvolgen:

opvolgen
verb
  1. uitvoeren wat een ander aangeraden of bevolen heeft
  2. iemands functie overnemen

Cross Translation:
FromToVia
opvolgen folgen suivre — Traductions à trier suivant le sens

External Machine Translations: