Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. scharreltje:
  2. scharrel:


Dutch

Detailed Translations for scharreltje from Dutch to German

scharreltje:

scharreltje [het ~] nomen

  1. het scharreltje (vriendinnetje)
    die Freundin; Liebchen; die kleine Freundin

Translation Matrix for scharreltje:

NounRelated TranslationsOther Translations
Freundin scharreltje; vriendinnetje beminde; gabber; geliefde; gezel; hartje; hartsvriendin; kameraad; kameraadje; kompaan; maat; maatje; makker; minnares; pal; vriend; vriendin; vriendje
Liebchen scharreltje; vriendinnetje beminde; duifje; geliefde; hartje; liefje; liefste; lieve; minnares; poepje; schat; schatje; schattebout; schatteboutjes; scheetje; snoes; vriendin
kleine Freundin scharreltje; vriendinnetje

Related Words for "scharreltje":


scharreltje form of scharrel:

scharrel [de ~ (m)] nomen

  1. de scharrel
    Getändel; die Liebelei; Techtelmechtel

Translation Matrix for scharrel:

NounRelated TranslationsOther Translations
Getändel scharrel
Liebelei scharrel scharrelpartijtje; vrijage; vrijpartijtje
Techtelmechtel scharrel scharrelpartijtje; vrijage; vrijpartijtje

Related Words for "scharrel":