Dutch
Detailed Translations for scheuring from Dutch to German
scheuring:
-
de scheuring (ruptuur)
-
de scheuring (geloofsafscheiding; afscheiding; schisma)
-
de scheuring (tweedracht; verdeeldheid; disharmonie; vete; schisma; conflict; onenigheid; tweespalt; twist; tweestrijd)
die Zwietracht; die Zwiespältigkeit; der Zwiespalt; die Uneinigkeit; die Zwieträchte; die Zwiedracht
Translation Matrix for scheuring:
Related Words for "scheuring":
External Machine Translations: