Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. schijnwerpers:
  2. schijnwerper:


Dutch

Detailed Translations for schijnwerpers from Dutch to German

schijnwerpers:

schijnwerpers [de ~] nomen, plural

  1. de schijnwerpers
    der Scheinwerfer

Translation Matrix for schijnwerpers:

NounRelated TranslationsOther Translations
Scheinwerfer schijnwerpers koplamp; koplampen; koplicht; lichtbakken; schijnwerper; spotlight; sterke lamp; zoeklicht

Related Words for "schijnwerpers":


schijnwerper:

schijnwerper [de ~ (m)] nomen

  1. de schijnwerper (sterke lamp)
    der Scheinwerfer; der Strahler; der Spott; der Suchscheinwerfer

Translation Matrix for schijnwerper:

NounRelated TranslationsOther Translations
Scheinwerfer schijnwerper; sterke lamp koplamp; koplampen; koplicht; lichtbakken; schijnwerpers; spotlight; zoeklicht
Spott schijnwerper; sterke lamp aanfluiting; bespotting; gespot; hoon; hoongelach; ironie; sarcasme; smaad; spot; spotlight; spotternij; zoeklicht
Strahler schijnwerper; sterke lamp spotlight; straalkachel; straalkachels; straler; stralers; zoeklicht
Suchscheinwerfer schijnwerper; sterke lamp spotlight; zoeklicht

Related Words for "schijnwerper":


External Machine Translations: