Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. stillen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for stillen from Dutch to German

stillen:

stillen verb (stil, stilt, stilde, stilden, gestild)

  1. stillen (lessen)
    löschen; stillen
    • löschen verb (lösche, löschst, löscht, löschte, löschtet, gelöscht)
    • stillen verb (stille, stillst, stillt, stillte, stilltet, gestillt)
  2. stillen (stelpen)
    stillen; Blut stillen

Conjugations for stillen:

o.t.t.
  1. stil
  2. stilt
  3. stilt
  4. stillen
  5. stillen
  6. stillen
o.v.t.
  1. stilde
  2. stilde
  3. stilde
  4. stilden
  5. stilden
  6. stilden
v.t.t.
  1. heb gestild
  2. hebt gestild
  3. heeft gestild
  4. hebben gestild
  5. hebben gestild
  6. hebben gestild
v.v.t.
  1. had gestild
  2. had gestild
  3. had gestild
  4. hadden gestild
  5. hadden gestild
  6. hadden gestild
o.t.t.t.
  1. zal stillen
  2. zult stillen
  3. zal stillen
  4. zullen stillen
  5. zullen stillen
  6. zullen stillen
o.v.t.t.
  1. zou stillen
  2. zou stillen
  3. zou stillen
  4. zouden stillen
  5. zouden stillen
  6. zouden stillen
en verder
  1. ben gestild
  2. bent gestild
  3. is gestild
  4. zijn gestild
  5. zijn gestild
  6. zijn gestild
diversen
  1. stil!
  2. stilt!
  3. gestild
  4. stillend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for stillen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
Blut stillen stelpen; stillen
löschen lessen; stillen blussen; diskwalificeren; doven; lossen; royeren; smoren; uitblussen; uitdoven; uitladen; uitschakelen; uitsluiten; verwijderen
stillen lessen; stelpen; stillen een baby zogen; tevreden stellen; vergenoegen; verzadigen; zich de buik vol eten; zogen

Wiktionary Translations for stillen:

stillen
verb
  1. durch Zureden bewirken, dass jemandes innere Erregung langsam nachlassen und abklingen

Cross Translation:
FromToVia
stillen besänftigen; dämpfen; züchtigen apaiserramener au calme, à un état paisible.

Related Translations for stillen