Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. tering:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for tering from Dutch to German

tering:

tering adj

  1. tering (verdomme)

tering [de ~ (v)] nomen

  1. de tering (tuberculose; longtering)
    die Schwindsucht; die Tuberkulose

Translation Matrix for tering:

NounRelated TranslationsOther Translations
Schwindsucht longtering; tering; tuberculose
Tuberkulose longtering; tering; tuberculose
ModifierRelated TranslationsOther Translations
verdammt tering; verdomme donders; gedoemd; uitgestoten; verdikkeme; verdoemd; verdomd; verdomme; verdorie; verduiveld; verrekte; verstoten; vervloekt; verwenst; verworpen

Wiktionary Translations for tering:


Cross Translation:
FromToVia
tering Schwindsucht; Auszehrung phtisie — médecine|nocat=1 désuet|fr consomption causer par la tuberculose.

Related Translations for tering