Dutch
Detailed Translations for uitvoerig from Dutch to German
uitvoerig:
-
uitvoerig (wijdlopig; uitgebreid; omslachtig; breedsprakig; breedvoerig; langdradig; omstandig)
-
uitvoerig (veelomvattend; grootschalig; groots; grootscheeps)
-
uitvoerig (ampel; uitgebreid; omstandig; breedvoerig)
reichlich; geräumig; groß; großzügig; weitläufig; in reichem Maße-
reichlich adj
-
geräumig adj
-
groß adj
-
großzügig adj
-
weitläufig adj
-
in reichem Maße adj
-
Translation Matrix for uitvoerig:
Related Words for "uitvoerig":
Antonyms for "uitvoerig":
Related Definitions for "uitvoerig":
External Machine Translations: