Adjective | Related Translations | Other Translations |
gültig
|
aannemelijk; gegrond; geldig; valabel; valide
|
geldig
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
arbeitstauglich
|
arbeidsgeschikt; geschikt; in staat te werken; valide
|
|
begründet
|
gegrond; geldig; valide
|
aannemelijk; degelijk; doordacht; gefundeerd; gegrond; logisch; onderbouwd; op goede gronden steunend; solide; steekhoudend; volgens de logica
|
berechtigt
|
gegrond; geldig; valide
|
aannemelijk; bevoegd; degelijk; doordacht; geautoriseerd; gefundeerd; gegrond; logisch; op goede gronden steunend; solide; steekhoudend; terecht
|
erwerbsfähig
|
arbeidsgeschikt; geschikt; in staat te werken; valide
|
|
geltend
|
aannemelijk; gegrond; geldig; valabel; valide
|
|
gerecht
|
gegrond; geldig; valide
|
cru; eerlijk; fair; onomwonden; onverbloemd; onverholen; open; openlijk; oprecht; rechtschapen; rechttoe rechtaan
|
gesetzlich
|
aannemelijk; gegrond; geldig; valabel; valide
|
billijk; gerechtigd; gewettigd; juridisch; legaal; legitiem; rechtmatig; rechtsgeldig; rechtvaardig; wetmatig; wettelijk; wettig
|
gesetzmäßig
|
gegrond; geldig; valide
|
billijk; gewettigd; rechtmatig; rechtvaardig; wetmatig; wettig
|
gesund
|
valide
|
blakend; blakend van gezondheid; fit; gelukkig; genezen; getraind; gezond; heelhuids; hersteld; ongedeerd; ongekwetst; ongeschonden; springlevend; voorspoedig; voorspoedig verlopend; zonder ziekte
|
rechtmäßig
|
gegrond; geldig; valide
|
billijk; gerechtigd; gerechtvaardigd; gewettigd; rechtmatig; rechtvaardig; wetmatig; wettig
|
rechtsgültig
|
aannemelijk; geldig; valabel; valide
|
|
rechtsgültig sein
|
aannemelijk; gegrond; geldig; valabel; valide
|
|
rechtskräftig
|
aannemelijk; gegrond; geldig; valabel; valide
|
|
stichhaltig
|
gegrond; geldig; valide
|
aannemelijk; degelijk; doordacht; gefundeerd; gegrond; gerechtvaardigd; gewettigd; logisch; op deugdelijke gronden steunend; op goede gronden steunend; solide; steekhoudend
|
wohlbegründet
|
gegrond; geldig; valide
|
|
zustehend
|
gegrond; geldig; valide
|
aankomend; aanstaand; toekomend; toekomstig; toekomstige
|