Dutch
Detailed Translations for verharden from Dutch to German
verharden:
-
verharden (hard worden)
Conjugations for verharden:
o.t.t.
- verhard
- verhardt
- verhardt
- verharden
- verharden
- verharden
o.v.t.
- verhardde
- verhardde
- verhardde
- verhardden
- verhardden
- verhardden
v.t.t.
- heb verhard
- hebt verhard
- heeft verhard
- hebben verhard
- hebben verhard
- hebben verhard
v.v.t.
- had verhard
- had verhard
- had verhard
- hadden verhard
- hadden verhard
- hadden verhard
o.t.t.t.
- zal verharden
- zult verharden
- zal verharden
- zullen verharden
- zullen verharden
- zullen verharden
o.v.t.t.
- zou verharden
- zou verharden
- zou verharden
- zouden verharden
- zouden verharden
- zouden verharden
diversen
- verhard!
- verhardt!
- verhard
- verhardend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for verharden:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Abhärten | stalen; verharden | bestand maken tegen; harden |
Verb | Related Translations | Other Translations |
erhärten | hard worden; verharden | verstarren; verstenen; verstijven |
hart werden | hard worden; verharden | |
härten | hard worden; verharden | harden; stalen; uitharden |