Summary
Dutch to German: more detail...
- verzinken:
-
Wiktionary:
- verzinken → versinken, versenken, verzinken
- verzinken → verzinken, galvanisieren
Dutch
Detailed Translations for verzinken from Dutch to German
verzinken:
-
verzinken (galvaniseren)
versenken; galvanisieren-
galvanisieren verb (galvanisiere, galvanisierst, galvanisiert, galvanisierte, galvanisiertet, galvanisiert)
Conjugations for verzinken:
o.t.t.
- verzink
- verzinkt
- verzinkt
- verzinken
- verzinken
- verzinken
o.v.t.
- verzonk
- verzonk
- verzonk
- verzonken
- verzonken
- verzonken
v.t.t.
- ben verzonken
- bent verzonken
- is verzonken
- zijn verzonken
- zijn verzonken
- zijn verzonken
v.v.t.
- was verzonken
- was verzonken
- was verzonken
- waren verzonken
- waren verzonken
- waren verzonken
o.t.t.t.
- zal verzinken
- zult verzinken
- zal verzinken
- zullen verzinken
- zullen verzinken
- zullen verzinken
o.v.t.t.
- zou verzinken
- zou verzinken
- zou verzinken
- zouden verzinken
- zouden verzinken
- zouden verzinken
diversen
- verzink!
- verzinkt!
- verzonken
- verzinkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
verzinken (verzinking; galvanisering)
Translation Matrix for verzinken:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Galvanisierung | galvanisering; verzinken; verzinking | |
Verzinkung | galvanisering; verzinken; verzinking | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
galvanisieren | galvaniseren; verzinken | galvaniseren; kelderen; zakken |
versenken | galvaniseren; verzinken | doen zinken; kelderen; onder water gaan; ondergaan; zakken; zinken |