Summary
Dutch to German: more detail...
- weerkaatsen:
-
Wiktionary:
- weerkaatsen → widerspiegeln, reflektieren, rückstrahlen, abdanken, aufschieben, austreiben, ausweisen, aus dem Dienst entfernen, entlassen, aus dem Dienst entlassen, exen, fortjagen, fristen, stunden, übersenden, verabschieden, vertagen, vertreiben, verzögern, wegjagen, zurücksenden, bedenken, erwägen, sich überlegen
Dutch
Detailed Translations for weerkaatsen from Dutch to German
weerkaatsen:
-
weerkaatsen (weergalmen; resoneren; echoën; weerklinken; weerschallen; galmen; schallen)
schallen; widerschallen; hallen; widerhallen; echoen-
widerschallen verb (widerschalle, widerschallst, widerschallt, widerschallte, widerschalltet, widerschallt)
-
weerkaatsen (weerschijnen)
reflektieren; widerspiegeln; funkeln; widerhallen; widerscheinen-
reflektieren verb (reflektiere, reflektierst, reflektiert, reflektierte, reflektiertet, reflektiert)
-
widerspiegeln verb (widerspiegele, widerspiegelst, widerspiegelt, widerspiegelte, widerspiegeltet, widerspiegelt)
-
widerscheinen verb (widerscheine, widerscheinst, widerscheint, widerschiene, widerschienet, widerschienen)
-
-
weerkaatsen (terugkaatsen; reflecteren; stuiten; echoën; terugstoten)
Conjugations for weerkaatsen:
o.t.t.
- weerkaats
- weerkaatst
- weerkaatst
- weerkaatsen
- weerkaatsen
- weerkaatsen
o.v.t.
- weerkaatste
- weerkaatste
- weerkaatste
- weerkaatsten
- weerkaatsten
- weerkaatsten
v.t.t.
- heb weerkaatst
- hebt weerkaatst
- heeft weerkaatst
- hebben weerkaatst
- hebben weerkaatst
- hebben weerkaatst
v.v.t.
- had weerkaatst
- had weerkaatst
- had weerkaatst
- hadden weerkaatst
- hadden weerkaatst
- hadden weerkaatst
o.t.t.t.
- zal weerkaatsen
- zult weerkaatsen
- zal weerkaatsen
- zullen weerkaatsen
- zullen weerkaatsen
- zullen weerkaatsen
o.v.t.t.
- zou weerkaatsen
- zou weerkaatsen
- zou weerkaatsen
- zouden weerkaatsen
- zouden weerkaatsen
- zouden weerkaatsen
diversen
- weerkaats!
- weerkaatst!
- weerkaatst
- weerkaatsend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for weerkaatsen:
Wiktionary Translations for weerkaatsen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• weerkaatsen | → widerspiegeln | ↔ reflect — to mirror, or show the image of something |
• weerkaatsen | → reflektieren; rückstrahlen | ↔ refléter — renvoyer l’image, la lumière ou la couleur. |
• weerkaatsen | → abdanken; aufschieben; austreiben; ausweisen; aus dem Dienst entfernen; entlassen; aus dem Dienst entlassen; exen; fortjagen; fristen; reflektieren; rückstrahlen; stunden; übersenden; verabschieden; vertagen; vertreiben; verzögern; wegjagen; zurücksenden | ↔ renvoyer — envoyer de nouveau. |
• weerkaatsen | → reflektieren; rückstrahlen; bedenken; erwägen; sich überlegen | ↔ réfléchir — À trier |
External Machine Translations: