Summary
Dutch to German: more detail...
- zwakkelingen:
- zwakkeling:
-
Wiktionary:
- zwakkeling → Schwächling, Schwachling
Dutch
Detailed Translations for zwakkelingen from Dutch to German
zwakkelingen:
-
de zwakkelingen
der Schwächlinge
Translation Matrix for zwakkelingen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Schwächlinge | zwakkelingen | slapjanussen; slappelingen |
Related Words for "zwakkelingen":
zwakkelingen form of zwakkeling:
-
de zwakkeling
der Schwächling
Translation Matrix for zwakkeling:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Schwächling | zwakkeling | debiel; flapdrol; gek; idioot; imbeciel; mafkees; mafketel; mafkikker; schlemiel; slapjanus; slappe vent; slappeling; slemiel; slungel; sofvent; sukkel; waanzinnige; watje; zot |
Related Words for "zwakkeling":
Wiktionary Translations for zwakkeling:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• zwakkeling | → Schwächling | ↔ weakling — person of weak or even sickly physical constitution |
• zwakkeling | → Schwachling | ↔ gringalet — Homme faiblard |