Home ->Dictionaries ->Dutch/German ->Search: achterwerk

Dutch and German Search Results for: achterwerk

Summary

Dutch to German: more detail...

achterwerk:
- Arsch; Gesäß; Hintern
Wiktionary:
- achterwerk → Hintern
- achterwerk → Hintern, Gesäß, Hinterteil

Dutch

Detailed Translations for achterwerk from Dutch to German

achterwerk:

achterwerk [het ~] nomen

het achterwerk (bibs; kont; achterste; billen; zitvlak; zitwerk)
der Arsch; Gesäß; der Hintern
- Arsch [der ~] nomen
- Gesäß [das ~] nomen
- Hintern [der ~] nomen

Translation Matrix for achterwerk:

Noun	Related Translations	Other Translations
Arsch	achterste; achterwerk; bibs; billen; kont; zitvlak; zitwerk	aars; anus; gat; staartstuk; stuit
Gesäß	achterste; achterwerk; bibs; billen; kont; zitvlak; zitwerk
Hintern	achterste; achterwerk; bibs; billen; kont; zitvlak; zitwerk	aars; anus; gat; staartstuk; stuit

Related Words for "achterwerk":

achterwerken

Wiktionary Translations for achterwerk:

achterwerk

noun

achterste deel
- achterwerk → Hintern

achterwerk

noun

menschliches Körperteil, auf dem gesessen wird
- Hintern → achterste; achtereinde; achterwerk

Cross Translation:

From	To	Via
• achterwerk	→ Hintern	↔ behind — butt, buttocks
• achterwerk	→ Hintern	↔ posterior — buttocks
• achterwerk	→ Gesäß	↔ rump — the buttocks
• achterwerk	→ Hintern; Hinterteil; Gesäß	↔ tail — tail-end of a creature