Dutch

Detailed Translations for stroken from Dutch to German

stroken:

stroken verb

  1. stroken (overeenstemmen met; overeenkomen; overeenkomen met; kloppen met; stroken met)
    übereinstimmen mit; vereinbaren; stimmen; zusammenstimmen; gleichen; gleichkommen
    • vereinbaren verb (vereinbare, vereinbarst, vereinbart, vereinbarte, vereinbartet, vereinbart)
    • stimmen verb (stimme, stimmst, stimmt, stimmte, stimmtet, gestimmt)
    • zusammenstimmen verb (stimme zusammen, stimmst zusammen, stimmt zusammen, stimmte zusammen, stimmtet zusammen, zusammengestimmt)
    • gleichen verb (gleiche, gleichst, gleicht, glich, glicht, geglichen)
  2. stroken (corresponderen; overeenkomen; overeenstemmen)
    korrespondieren
    • korrespondieren verb (korrespondiere, korrespondierst, korrespondiert, korrespondierte, korrespondiertet, korrespondiert)

Translation Matrix for stroken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
gleichen kloppen met; overeenkomen; overeenkomen met; overeenstemmen met; stroken; stroken met congruent zijn; evenaren; gelijken; gelijkenis vertonen met; hetzelfde zijn; kloppen; lijken op; overeenkomst vertonen; overeenstemmen
gleichkommen kloppen met; overeenkomen; overeenkomen met; overeenstemmen met; stroken; stroken met
korrespondieren corresponderen; overeenkomen; overeenstemmen; stroken corresponderen; een briefwisseling hebben; kalken; pennen; schrijven
stimmen kloppen met; overeenkomen; overeenkomen met; overeenstemmen met; stroken; stroken met congruent zijn; correct zijn; juist zijn; kiezen; kloppen; overeenstemmen; stemmen; zijn stem uitbrengen
vereinbaren kloppen met; overeenkomen; overeenkomen met; overeenstemmen met; stroken; stroken met afspreken; beslissen; besluiten; contracteren; eens worden; iets overeenkomen; met elkaar in overeenstemming brengen; overeenkomen; overeenstemmen; vastleggen
zusammenstimmen kloppen met; overeenkomen; overeenkomen met; overeenstemmen met; stroken; stroken met
übereinstimmen mit kloppen met; overeenkomen; overeenkomen met; overeenstemmen met; stroken; stroken met

Related Words for "stroken":


Wiktionary Translations for stroken:

stroken
verb
  1. in overeenstemming zijn met
stroken
verb
  1. (mit Dativ) auf gleichem oder angemessenem Niveau sein
  2. (intransitiv) sich inhaltlich gleichen oder ähneln

stroken form of strook:

strook [de ~ (m)] nomen

  1. de strook (volant)
    der Volant
  2. de strook (banderol)
    die Banderole; der Streifen; die Blende
  3. de strook (bies)
    die Biese; Zierstreifen; die Blende; Schilf; die Binse; der Paspel; Zierleiste; Riedgras; der Riedstengel

Translation Matrix for strook:

NounRelated TranslationsOther Translations
Banderole banderol; strook
Biese bies; strook
Binse bies; strook
Blende banderol; bies; strook diafragma; f-stop; lensopening; loos venster; loze deur; oogklep
Paspel bies; strook
Riedgras bies; strook rietgras
Riedstengel bies; strook
Schilf bies; strook oeverriet; riet; rietbos; rietstengel; rotan
Streifen banderol; strook boordsel; film; filmrolletje; galon; omzoming; oplegsel; passement; rolprent; strepen; tres
Volant strook; volant
Zierleiste bies; strook
Zierstreifen bies; strook

Related Words for "strook":


Wiktionary Translations for strook:


Cross Translation:
FromToVia
strook Binde; Streifen; Band; Reifen bandeaubande qui sert à ceindre le front et la tête.
strook Streifen; Strich; Rochen raieligne tracer sur une surface.
strook Streifen; gestreift rayure — Bande d’une certaine largeur contrastant par rapport au fond.

Related Translations for stroken