Summary
Dutch to German: more detail...
- verhalend:
- verhalen:
-
Wiktionary:
- verhalend → erzählend, in erzählender Form darlegend, erzählerisch
- verhalen → erzählen
Dutch
Detailed Translations for verhalend from Dutch to German
verhalend:
Translation Matrix for verhalend:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
erzählend | verhalend |
Wiktionary Translations for verhalend:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verhalend | → erzählend; in erzählender Form darlegend; erzählerisch | ↔ narrative — telling a story |
verhalend form of verhalen:
-
verhalen (vertellen; zeggen; beschrijven; uiteenzetten; mededelen)
erzählen; mitteilen; benachrichtigen; schildern-
benachrichtigen verb (benachrichtige, benachrichtigst, benachrichtigt, benachrichtigte, benachrichtigtet, benachrichtigt)
-
verhalen (verhaal vertellen; vertellen)
Conjugations for verhalen:
o.t.t.
- verhaal
- verhaalt
- verhaalt
- verhalen
- verhalen
- verhalen
o.v.t.
- verhaalde
- verhaalde
- verhaalde
- verhaalden
- verhaalden
- verhaalden
v.t.t.
- heb verhaald
- hebt verhaald
- heeft verhaald
- hebben verhaald
- hebben verhaald
- hebben verhaald
v.v.t.
- had verhaald
- had verhaald
- had verhaald
- hadden verhaald
- hadden verhaald
- hadden verhaald
o.t.t.t.
- zal verhalen
- zult verhalen
- zal verhalen
- zullen verhalen
- zullen verhalen
- zullen verhalen
o.v.t.t.
- zou verhalen
- zou verhalen
- zou verhalen
- zouden verhalen
- zouden verhalen
- zouden verhalen
diversen
- verhaal!
- verhaalt!
- verhaald
- verhalend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze