Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. diner:
  2. Wiktionary:
German to Dutch:   more detail...
  1. Diner:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for diner from Dutch to German

diner:

diner [het ~] nomen

  1. het diner (avondeten; avondmaaltijd; avondmaal)
    Abendessen; Diner; die Abendmahlzeit
  2. het diner (maaltijd; eten; maal)
    die Mahlzeit; Essen; die Speise

Translation Matrix for diner:

NounRelated TranslationsOther Translations
Abendessen avondeten; avondmaal; avondmaaltijd; diner feestdiner; souper
Abendmahlzeit avondeten; avondmaal; avondmaaltijd; diner
Diner avondeten; avondmaal; avondmaaltijd; diner
Essen diner; eten; maal; maaltijd brunch; eetwaren; eten; kost; proviand; spijs; spijziging; voeding; voedsel
Mahlzeit diner; eten; maal; maaltijd
Speise diner; eten; maal; maaltijd eetwaren; eten; gerecht; proviand; schotel; spijs; voeding; voedingsmiddelen; voedsel

Related Words for "diner":


Wiktionary Translations for diner:

diner
noun
  1. (enigz. deftig) warme maaltijd



German

Detailed Translations for diner from German to Dutch

Diner:

Diner [das ~] nomen

  1. Diner (Abendessen; Abendmahlzeit)
    het diner; de avondmaaltijd; het avondeten; het avondmaal

Translation Matrix for Diner:

NounRelated TranslationsOther Translations
avondeten Abendessen; Abendmahlzeit; Diner
avondmaal Abendessen; Abendmahlzeit; Diner
avondmaaltijd Abendessen; Abendmahlzeit; Diner
diner Abendessen; Abendmahlzeit; Diner Essen; Mahlzeit; Speise

Wiktionary Translations for Diner:

Diner
noun
  1. (enigz. deftig) warme maaltijd

Cross Translation:
FromToVia
Diner middageten; middagmaal; noenmaal; lunch déjeuner — FR|fr Repas de midi.