Home ->Dictionaries ->Dutch/German ->Search: broeds

Dutch and German Search Results for: broeds

Summary

Dutch to German: more detail...

broed:
- Brut; Sprößlinge; Gezücht; Nachkommen; Nachwelt; Nachkommenschaft
Wiktionary:
- broeds → Hitze, Brunst, Läufigkeit, Rolligkeit, Brunft

Dutch

Detailed Translations for broeds from Dutch to German

broed:

broed [het ~] nomen

het broed (broedsel; gebroed)
die Brut; die Sprößlinge; Gezücht
- Brut [die ~] nomen
- Sprößlinge [die ~] nomen
- Gezücht [das ~] nomen
het broed (nageslacht; kinderen; nakomelingen; kroost; gebroed; telgen)
der Nachkommen; die Nachwelt; die Nachkommenschaft
- Nachkommen [der ~] nomen
- Nachwelt [die ~] nomen
- Nachkommenschaft [die ~] nomen

Translation Matrix for broed:

Noun	Related Translations	Other Translations
Brut	broed; broedsel; gebroed	broeden; gajes; gebroed; gespuis
Gezücht	broed; broedsel; gebroed	aanfok; fok; fokkerij; gebroed; gepeupel; gespuis; grauw; plebs; rapaille; teelt; telen; veefokkerij; verbouw; voortbrenging; voortplanting
Nachkommen	broed; gebroed; kinderen; kroost; nageslacht; nakomelingen; telgen	afstammeling; afstammelingen; nakomeling; nakomelingen; telg; telgen
Nachkommenschaft	broed; gebroed; kinderen; kroost; nageslacht; nakomelingen; telgen	afstammeling; nakomeling; telg
Nachwelt	broed; gebroed; kinderen; kroost; nageslacht; nakomelingen; telgen
Sprößlinge	broed; broedsel; gebroed	scheuten; schoten; spruiten; stekken

Related Words for "broed":

broedden, broeden, broeds

Wiktionary Translations for broeds:

Cross Translation:

From	To	Via
• broeds	→ Hitze; Brunst; Läufigkeit; Rolligkeit; Brunft	↔ heat — condition where a mammal is aroused sexually or where it is especially fertile