Dutch
Detailed Translations for kwajongen from Dutch to German
kwajongen:
Translation Matrix for kwajongen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Bengel | bengel; boefje; deugniet; kwajongen; ondeugd; schavuit; schelm; vlegel | bengels; jongen; rakker; rekel; stouterd; vlegels |
Lausbub | bengel; boefje; deugniet; kwajongen; ondeugd; schavuit; schelm; vlegel | deugniet; guit; rakker; snaak; stinkerd |
Rotznase | bengel; boefje; deugniet; kwajongen; ondeugd; schavuit; schelm; vlegel | neus waaruit snot druipt; snotneus |
Schelm | bengel; boefje; deugniet; kwajongen; ondeugd; schavuit; schelm; vlegel | boef; fielt; grappenmaker; guit; jongen; komiek; mallerd; mispunt; naarling; olijkerd; paljas; pias; picaro; rakker; rekel; rotzak; schavuit; schelm; schobbejak; schoft; schurk; smeerlap; smiecht; snaak; stinkerd; stouterd; uilenspiegel |
Related Words for "kwajongen":
Related Definitions for "kwajongen":
Wiktionary Translations for kwajongen:
kwajongen
noun
-
een jongen die dingen doet die men niet goedkeurt, maar die men toch aardig vindt
- kwajongen → Lümmel; Lausebengel