Dutch

Detailed Translations for veerkracht from Dutch to German

veerkracht:

veerkracht [de ~ (m)] nomen

  1. de veerkracht (incasseringsvermogen; weerstand; weerstandsvermogen)
    die Fähigkeit
  2. de veerkracht (rekbaarheid; rek)
    die Dehnung; die Elastizität; die Dehnbarkeit
  3. de veerkracht (rek; spankracht)
    die Spannkraft; die Dehnung; die Elastizität

Translation Matrix for veerkracht:

NounRelated TranslationsOther Translations
Dehnbarkeit rek; rekbaarheid; veerkracht
Dehnung rek; rekbaarheid; spankracht; veerkracht uitrekking; uitstrekking
Elastizität rek; rekbaarheid; spankracht; veerkracht elasticiteit
Fähigkeit incasseringsvermogen; veerkracht; weerstand; weerstandsvermogen aanleg; begaafdheid; bekwaamheid; capaciteit; gave; inhoud; knapheid; knobbel; kracht; kunde; kundigheid; kwaliteit; omvatte ruimte; scherpzinnigheid; schoonheid; talent; ter zake kundigheid; vermogen; vernuft
Spannkraft rek; spankracht; veerkracht aandrift; daadkracht; energie; esprit; functionaliteit; fut; kracht; momentum; puf; werklust; werkzaamheid

Wiktionary Translations for veerkracht:


Cross Translation:
FromToVia
veerkracht Elastizität; elastisches Verformungsarbeitsaufnahmevermögen resilience — the physical property of material that can resume its shape after being stretched or deformed; elasticity
veerkracht Resilienz resilience — the ability of a system or company to recover from a catastrophic failure
veerkracht Schlagfestigkeit résilience — mécanique|fr rapport entre l’énergie nécessaire pour briser un métal et la surface de la section brisée.