Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. moraal:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for moraal from Dutch to German

moraal:

moraal adj

  1. moraal

moraal [de ~] nomen

  1. de moraal (zedenleer; ethiek)
    die Ethik; die Moral; die Sittlichkeit; die Sittenlehre; die Moralität; die Verhaltensforschung

Translation Matrix for moraal:

NounRelated TranslationsOther Translations
Ethik ethiek; moraal; zedenleer ethiek; moraliteit; zedelijkheid
Moral ethiek; moraal; zedenleer moraliteit; zedelijkheid
Moralität ethiek; moraal; zedenleer moraliteit; zedelijkheid
Sittenlehre ethiek; moraal; zedenleer moraliteit; zedelijkheid
Sittlichkeit ethiek; moraal; zedenleer betamelijkheid; etiquette; fatsoen; fatsoenlijkheid; keurigheid; moraliteit; netheid; onberispelijkheid; opgeruimdheid; ordelijkheid; properheid; smetteloosheid; welgemanierdheid; welvoeglijkheid; zedelijkheid
Verhaltensforschung ethiek; moraal; zedenleer ethologie; gedragswetenschappen
ModifierRelated TranslationsOther Translations
moralisch moraal dapper; ethisch; ferm; flink; moedig; moralistisch; moreel; moreel sterk; vervuld van moralisme; zedelijk

Related Words for "moraal":

  • moralen

Wiktionary Translations for moraal:


Cross Translation:
FromToVia
moraal Moral morale — philosophie|fr science de la séparation du bien et du mal.