Home ->Dictionaries ->Dutch/German ->Search: stoplicht

Dutch and German Search Results for: stoplicht

Summary

Dutch to German: more detail...

stoplicht:
- Verkehrslicht; Ampel; Verkehrsampel; Signal
Wiktionary:
- stoplicht → Bremslicht, Ampel
- stoplicht → Ampel, Verkehrsampel, Robot

Dutch

Detailed Translations for stoplicht from Dutch to German

stoplicht:

stoplicht [het ~] nomen

het stoplicht (verkeerslicht)
Verkehrslicht; die Ampel; die Verkehrsampel; Signal
- Verkehrslicht [das ~] nomen
- Ampel [die ~] nomen
- Verkehrsampel [die ~] nomen
- Signal [das ~] nomen

Translation Matrix for stoplicht:

Noun	Related Translations	Other Translations
Ampel	stoplicht; verkeerslicht	verkeerslichten
Signal	stoplicht; verkeerslicht	gebaar; geste; sein; signaal; teken; wenk
Verkehrsampel	stoplicht; verkeerslicht
Verkehrslicht	stoplicht; verkeerslicht

Related Words for "stoplicht":

stoplichten

Wiktionary Translations for stoplicht:

stoplicht

noun

(an Fahrzeugen) hintere Lampe, die leuchten, wenn das Fahrzeug abbremsen wird, um die nachfolgenden Verkehrsteilnehmer zu warnen
- Bremslicht → stoplicht; remlicht
mit Lichtsignalen ausgestattete Anlage, die zur Regelung des Verkehrs dient
- Ampel → stoplicht; verkeerslicht

Cross Translation:

From	To	Via
• stoplicht	→ Ampel; Verkehrsampel; Robot	↔ traffic light — signalling device
• stoplicht	→ Ampel; Verkehrsampel	↔ feu tricolore — Appareil de signalisation

German

Detailed Translations for stoplicht from German to Dutch

stoplicht: ^{(*Using Word and Sentence Splitter)}

Stop: halt
licht: licht; lichtwegend; vanzelf; moeiteloos; zonder moeite; in een handomdraai; lichtgevend; lumineus
Licht: oogje; oog orgaan