Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. transpireren:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for transpireren from Dutch to German

transpireren:

transpireren verb (transpireer, transpireert, transpireerde, transpireerden, getranspireerd)

  1. transpireren (zweten)
    schwitzen; transpirieren
    • schwitzen verb (schwitze, schwitzt, schwitzte, schwitztet, geschwitzt)
    • transpirieren verb (transpiriere, transpirierst, transpiriert, transpirierte, transpiriertet, transpiriert)

Conjugations for transpireren:

o.t.t.
  1. transpireer
  2. transpireert
  3. transpireert
  4. transpireren
  5. transpireren
  6. transpireren
o.v.t.
  1. transpireerde
  2. transpireerde
  3. transpireerde
  4. transpireerden
  5. transpireerden
  6. transpireerden
v.t.t.
  1. heb getranspireerd
  2. hebt getranspireerd
  3. heeft getranspireerd
  4. hebben getranspireerd
  5. hebben getranspireerd
  6. hebben getranspireerd
v.v.t.
  1. had getranspireerd
  2. had getranspireerd
  3. had getranspireerd
  4. hadden getranspireerd
  5. hadden getranspireerd
  6. hadden getranspireerd
o.t.t.t.
  1. zal transpireren
  2. zult transpireren
  3. zal transpireren
  4. zullen transpireren
  5. zullen transpireren
  6. zullen transpireren
o.v.t.t.
  1. zou transpireren
  2. zou transpireren
  3. zou transpireren
  4. zouden transpireren
  5. zouden transpireren
  6. zouden transpireren
en verder
  1. ben getranspireerd
  2. bent getranspireerd
  3. is getranspireerd
  4. zijn getranspireerd
  5. zijn getranspireerd
  6. zijn getranspireerd
diversen
  1. transpireer!
  2. transpireert!
  3. getranspireerd
  4. transpirerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

transpireren [znw.] nomen

  1. transpireren (zweten)
    Schwitzen; Transpirieren

Translation Matrix for transpireren:

NounRelated TranslationsOther Translations
Schwitzen transpireren; zweten transpiraties
Transpirieren transpireren; zweten
VerbRelated TranslationsOther Translations
schwitzen transpireren; zweten doen zweten; uitzweten; zweten
transpirieren transpireren; zweten

Wiktionary Translations for transpireren:


Cross Translation:
FromToVia
transpireren schwitzen suertranspirer, rendre de la sueur par les pores de la peau.
transpireren schwitzen transpirer — S’exhaler, sortir du corps par les pores.