Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. bloeitijd:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for bloeitijd from Dutch to German

bloeitijd:

bloeitijd [de ~ (m)] nomen

  1. de bloeitijd (glorietijd; hoogtij; hoogtijdagen; glansperiode)
    die Glanzperiode; die Blütezeit; die Glanzzeit
  2. de bloeitijd (gouden eeuw; bloeiperiode; bloeiseizoen)

Translation Matrix for bloeitijd:

NounRelated TranslationsOther Translations
Blütezeit bloeiperiode; bloeiseizoen; bloeitijd; glansperiode; glorietijd; gouden eeuw; hoogtij; hoogtijdagen bloei; bloeiperiode van bloemen
Glanzperiode bloeitijd; glansperiode; glorietijd; hoogtij; hoogtijdagen Gouden Eeuw; zestiende eeuw
Glanzzeit bloeitijd; glansperiode; glorietijd; hoogtij; hoogtijdagen Gouden Eeuw; zestiende eeuw
goldenes Jahrhundert bloeiperiode; bloeiseizoen; bloeitijd; gouden eeuw

Related Words for "bloeitijd":

  • bloeitijden

Wiktionary Translations for bloeitijd:


Cross Translation:
FromToVia
bloeitijd Blüte blossom — state or season for such flowers