Dutch

Detailed Translations for lijk from Dutch to German

lijk:

lijk [het ~] nomen

  1. het lijk (kadaver)
    Kadaver; Aas

Translation Matrix for lijk:

NounRelated TranslationsOther Translations
Aas kadaver; lijk aas; ellendeling; klier; kreng; lokaas; lokmiddel; mispunt; schoft; schurk; serpent; slang; smeerlap; stuk ongeluk; troel; troela; trut; vervelend kreng
Kadaver kadaver; lijk

Related Words for "lijk":


Wiktionary Translations for lijk:

lijk
noun
  1. dood lichaam
  2. zijde van een zeil

Cross Translation:
FromToVia
lijk Kadaver; Leichnam; Leiche body — corpse
lijk Leichnam; Leiche corpse — dead body
lijk Leiche offal — a dead body
lijk Aas; Kadaver; Leiche cadavre — corps mort

lijken:

lijken verb (lijk, lijkt, leek, leken, geleken)

  1. lijken (schijnen; eruit zien; toeschijnen)
    scheinen; beleuchten; ähneln; den Anschein haben; belichten
    • scheinen verb (scheine, scheinst, scheint, schien, schient, geschienen)
    • beleuchten verb (beleuchte, beleuchtest, beleuchtet, beleuchtete, beleuchtetet, beleuchtet)
    • ähneln verb (ähnele, ähnelst, ähnelt, ähnelte, ähneltet, geähnelt)
    • den Anschein haben verb (habe den Anschein, hast den Anschein, hat den Anschein, hatte den Anschein, hattet den Anschein, den Anschein gehabt)
    • belichten verb (belichte, belichtest, belichtet, belichtete, belichtetet, belichtet)

Conjugations for lijken:

o.t.t.
  1. lijk
  2. lijkt
  3. lijkt
  4. lijken
  5. lijken
  6. lijken
o.v.t.
  1. leek
  2. leek
  3. leek
  4. leken
  5. leken
  6. leken
v.t.t.
  1. heb geleken
  2. hebt geleken
  3. heeft geleken
  4. hebben geleken
  5. hebben geleken
  6. hebben geleken
v.v.t.
  1. had geleken
  2. had geleken
  3. had geleken
  4. hadden geleken
  5. hadden geleken
  6. hadden geleken
o.t.t.t.
  1. zal lijken
  2. zult lijken
  3. zal lijken
  4. zullen lijken
  5. zullen lijken
  6. zullen lijken
o.v.t.t.
  1. zou lijken
  2. zou lijken
  3. zou lijken
  4. zouden lijken
  5. zouden lijken
  6. zouden lijken
diversen
  1. lijk!
  2. lijkt!
  3. geleken
  4. lijkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

lijken [de ~] nomen, plural

  1. de lijken
    die Leichen

Translation Matrix for lijken:

NounRelated TranslationsOther Translations
Leichen lijken
VerbRelated TranslationsOther Translations
beleuchten eruit zien; lijken; schijnen; toeschijnen belichten; beschijnen; licht laten vallen op; met licht beschijnen; verlichten
belichten eruit zien; lijken; schijnen; toeschijnen belichten; beschijnen; licht laten vallen op; met licht beschijnen; verlichten
den Anschein haben eruit zien; lijken; schijnen; toeschijnen
scheinen eruit zien; lijken; schijnen; toeschijnen belichten; blaken; de schijn van iets hebben; dunken; er uitzien; excelleren; flikkeren; fonkelen; glanzen; glimmen; glinsteren; licht geven; licht laten vallen op; licht schijnen; licht uitzenden; ogen; onderscheiden; overtreffen; schijnen; schitteren; sprankelen; stralen; twinkelen; uitblinken; uitblinken boven; uitmunten; uitsteken
ähneln eruit zien; lijken; schijnen; toeschijnen gelijken; gelijkenis vertonen met; lijken op
- schijnen

Related Words for "lijken":


Synonyms for "lijken":


Antonyms for "lijken":


Related Definitions for "lijken":

  1. er overeenkomst mee vertonen1
    • Jaap lijkt sprekend op zijn vader1
  2. het ziet er zo uit, maar hoeft niet zo te zijn1
    • hij lijkt wel gek1

Wiktionary Translations for lijken:

lijken
verb
  1. uitzien als
  2. naar aanschijn zijn
  3. lijken op iets

Cross Translation:
FromToVia
lijken aussehen; erscheinen appear — To seem; to have a certain semblance; to look
lijken aussehen; scheinen look — to appear, to seem
lijken ähneln; gleichen resemble — to be like or similar to something else
lijken scheinen; dünken seem — to appear
lijken scheinen; aussehen; erscheinen; zum Vorschein kommen; sich zeigen; auftauchen; zutage treten; an den Tag kommen; ans Licht kommen; als … dastehen paraîtreexposer à la vue, se faire ou se laisser voir, se manifester.
lijken ähneln; ähnlich; gleichen ressembler — Avoir du rapport, de la conformité avec quelqu’un, avec quelque chose. (Sens général).
lijken scheinen sembler — avoir l’air, l’apparence