Dutch
Detailed Translations for zever from Dutch to German
zever:
Translation Matrix for zever:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Durchschlag | klens; vergiet; zeef; zever | carbon; doorslag; drevel; steekbeitel |
Sieb | klens; vergiet; zeef; zever |
Related Words for "zever":
Wiktionary Translations for zever:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• zever | → Quatsch; Nonsens; Stuss; Kappes; Käse; Quark; Schmarren | ↔ guff — nonsensical talk or thinking |
• zever | → Kleinigkeit | ↔ trifle — thing of little importance or worth |
• zever | → Kleinigkeit | ↔ baliverne — Propos frivole, occupation futile |
• zever | → Speichel | ↔ bave — salive épaisse et visqueux qui découler de la bouche. |
• zever | → Speichel | ↔ salive — physiologie|fr liquide clair, alcalin, produire par les glande salivaire placées autour de la bouche et qui commencer la digestion des aliments. |
zeveren:
Conjugations for zeveren:
o.t.t.
- zever
- zevert
- zevert
- zeveren
- zeveren
- zeveren
o.v.t.
- zeverde
- zeverde
- zeverde
- zeverden
- zeverden
- zeverden
v.t.t.
- heb gezeverd
- hebt gezeverd
- heeft gezeverd
- hebben gezeverd
- hebben gezeverd
- hebben gezeverd
v.v.t.
- had gezeverd
- had gezeverd
- had gezeverd
- hadden gezeverd
- hadden gezeverd
- hadden gezeverd
o.t.t.t.
- zal zeveren
- zult zeveren
- zal zeveren
- zullen zeveren
- zullen zeveren
- zullen zeveren
o.v.t.t.
- zou zeveren
- zou zeveren
- zou zeveren
- zouden zeveren
- zouden zeveren
- zouden zeveren
diversen
- zever!
- zevert!
- gezeverd
- zeverend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze